Methoden

Bij elke fase van het leren past een andere methodiek of werkwijze.

Spelend en bewegend leren

Kinderen tot acht jaar leren het meest door te spelen. Met een rijk aanbod van spelmateriaal werken we gericht aan de doelen. Op het digitale bord maakt uw kind zelf een keus uit de geplande activiteiten. We volgen nauwlettend hoe hij zich ontwikkelt. Zo weten we precies wat voor uw kind de volgende stap is in de leerlijn rekenen, taal of motoriek. Door de aangeboren nieuwgierigheid van kinderen zijn zij van nature al in de leerstand. Deze fase van informeel leren vindt plaats in groep 1 t/m 3.

Formeel leren

We beschikken over prachtige methodes voor de basisvakken rekenen en taal. Formeel leren betekent dat we expliciete instructie geven in een les met een vaste structuur. Vanaf groep 4 zijn de meeste kinderen hier echt wel aan toe. Aan het eind van ieder blok evalueren we de doelen. Zo weten we welke doelen behaald zijn en welke begeleiding uw kind dus nodig heeft in het blok erna. De kinderen registreren dit zelf in hun portfoliomap.

Leren leren

In de hogere groepen krijgt uw kind regelmatig huiswerk mee. Zo oefenen we het leren leren. We zien grote verschillen in de werkhouding, volgehouden aandacht of het vermogen om te plannen. Het gaat hier om de executieve vaardigheden. Voor een succesvolle doorstroom naar het Voortgezet onderwijs, is het belangrijk dat we dit goed trainen. Daarom krijgt uw kind in de bovenbouw ook af en toe een toets voor een cijfer.

Toetsen

Vanaf groep 4 nemen we twee keer per jaar de toetsen van Leerling-in-Beeld af. Het mooie aan deze toetsen is dat het laat zien hoe uw kind zich ontwikkelt ten opzichte van zichzelf. Kinderen verschillen enorm in aanleg en tempo. Dat verschil wordt in de hogere groepen alleen maar groter. We vinden dan ook dat we geen recht doen aan kinderen, als we hun scores afzetten tegen eenzelfde norm voor de hele groep. Vanaf groep 7 kunnen we een inschatting maken van of een leerling zal uitstromen op niveau 1F of op niveau 1S/2F.